Het feit dat enkele uitgangspunten van ‘het’ feminisme en post-feminisme nog steeds lijken te conflicteren in de vierde golf, zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het hedendaagse taboe dat op het woord ‘feminist’ rust. Denk bijvoorbeeld aan het hedendaagse ‘popsterrenfeminisme’ dat zich lijkt te baseren op uitgangspunten van het post-feminisme en door veel feministen wordt bekritiseerd en omschreven als een ‘commerciële’ emancipatie van het lichaam. Op (jonge) vrouwen zou dit ‘botsende’ feminisme kunnen overkomen als een ‘gestolde’ ideologische ideeënstrijd waar zij geen actieve bijdrage aan kunnen of wíllen leveren.
Een ander punt van (feministische) kritiek richt zich op het feit dat ‘het’ feminisme (tot op heden) te wit zou zijn – feministen zouden te weinig oog hebben (gehad) voor culturele verschillen én behoeften van vrouwen door de ‘witte’ en ‘westerse’ vrouw tot norm te maken binnen de vrouwelijke emancipatie.
Het gevolg hiervan is dat intersectioneel feminisme zich lijkt te willen ‘losmaken’ van het ‘traditionele’ feminisme, omdat zij letterlijk en figuurlijk te weinig kleur zou bekennen, ook als het gaat om (wegkijken van) witte privileges.
Is emancipatie van het archetypische beeld van de ‘feminist’ noodzakelijk om daarmee als beweging in de toekomst aansprekend te blijven voor (meer) vrouwen? Of is de ‘feminist’ zich in de vierde golf al aan het emanciperen dankzij een diversiteit in feministische ‘gezichten’ die dankzij de sociale media in kortere tijd geactualiseerd worden?
Transpersoonlijke begeleiding & (vrouwelijke) bewustwording